ECLI:NL:RVS:2017:2849
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 19 oktober 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 6 september 2017 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Den Haag had op 6 oktober 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij gedurende de behandeling van het hoger beroep niet gehoor hoeft te geven aan de aanzegging van de minister van Veiligheid en Justitie om zich onmiddellijk naar Griekenland te begeven. Tevens verzocht hij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter heeft het verzoek in het licht van eerdere uitspraken en de omstandigheden van de zaak voor toewijzing in aanmerking laten komen.
De voorzieningenrechter heeft beslist dat de vreemdeling geen gehoor hoeft te geven aan de aanzegging van de minister totdat op het hoger beroep is beslist. Daarnaast is de minister van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 oktober 2017.