ECLI:NL:RVS:2017:2576
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 22 september 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 9 augustus 2017 was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 25 augustus 2017 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen, waarbij hij heeft gekeken naar eerdere uitspraken, waaronder een relevante uitspraak van 20 december 2016. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van de vreemdeling toewijsbaar is, gezien de omstandigheden van de zaak. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten zijn vastgesteld op € 495,00, welke geheel zijn toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 september 2017.