ECLI:NL:RVS:2017:2291
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 24 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 26 juni 2017 was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde het daartegen ingestelde beroep van de vreemdeling op 25 juli 2017 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen, met inachtneming van eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 20 december 2016. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek toewijsbaar is en heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek. De kosten zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar gedaan op 24 augustus 2017 en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.