ECLI:NL:RVS:2017:1976
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- H.G. Lubberdink
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 18 april 2017. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van 9 september 2016, waarin de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel werd afgewezen, vernietigd. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op de aanvraag moest nemen.
De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr.drs. A. Hol, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de vragen over de toegang tot en voorwaarden voor langduriger verblijf in Bagdad behandeld in een eerdere uitspraak van 3 juli 2017. Op basis van deze eerdere uitspraak concludeert de Afdeling dat het hoger beroep kennelijk gegrond is.
De Raad van State vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond, omdat er geen beroepsgronden meer zijn die bespreking behoeven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 juli 2017.