ECLI:NL:RVS:2017:1917
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning aanvraag
Op 17 juli 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 16 mei 2017 niet-ontvankelijk was verklaard. De vreemdeling ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank Den Haag verklaarde het beroep op 20 juni 2017 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in het licht van eerdere uitspraken en de ingediende argumenten beoordeeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening toewijsbaar was, en bepaalde dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Daarnaast werd de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die door de vreemdeling waren gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten werden vastgesteld op € 495,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 17 juli 2017, en is van belang voor de rechtsbescherming van vreemdelingen die in asielprocedures betrokken zijn.