ECLI:NL:RVS:2017:1535
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- M.G.J. Parkins-de Vin
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over asielaanvraag en dwangsom
Op 14 december 2016 heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, het beroep van een vreemdeling tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag gegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie als gevolg van deze vertraging een dwangsom had verbeurd. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. In het hogerberoepschrift werd een rechtsvraag opgeworpen over het verlengen van de beslistermijn in de bestuurlijke fase en de kennisgeving daarvan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze rechtsvraag eerder beantwoord in een uitspraak van 8 december 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3232). De Afdeling oordeelde dat de overwegingen uit deze eerdere uitspraak ook van toepassing zijn op de huidige zaak. De Afdeling concludeerde dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden vernietigd. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling en beslissing. De Afdeling heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 8 juni 2017.