ECLI:NL:RVS:2017:1042
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- O. van Loon
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag
Op 12 april 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 8 februari 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had op 28 februari 2017 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.M. Straver, in hoger beroep ging.
In de uitspraak van de Raad van State werd overwogen dat de argumenten die in het hogerberoepschrift naar voren zijn gebracht, niet voldoende waren om de eerdere uitspraak te vernietigen. De aangevoerde punten voldeden niet aan de criteria die in artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000 zijn gesteld en er waren geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het hoger beroep als kennelijk ongegrond beschouwd en werd de eerdere uitspraak bevestigd.
De Raad van State besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 12 april 2017.