ECLI:NL:RVS:2016:3352
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting van vreemdeling
Op 28 oktober 2016 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 28 november 2016 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om zijn uitzetting te voorkomen, die op 10 december 2016 zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 december 2016 uitspraak gedaan. Hij oordeelde dat de beoordeling van het hoger beroep nader onderzoek vereist, wat niet tijdig kan worden verricht. Gezien het spoedeisend belang van de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten om een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 496,00 bedragen, voor rechtsbijstand verleend door een derde. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 december 2016.