ECLI:NL:RVS:2016:3183
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontgrondingsvergunning voor de locatie Looierbroek te Ottersum en de belangenafweging met betrekking tot hinder door vrachtverkeer
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 30 november 2016 uitspraak gedaan over een ontgrondingsvergunning die op 26 mei 2016 door het college van gedeputeerde staten van Limburg was verleend. De vergunning betrof het ontgronden van percelen op de locatie Looierbroek te Ottersum, waar oppervlaktedelfstoffen gewonnen zouden worden. De appellant, wonend aan de zandweg Looierbroek, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij vreesde voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat door het vrachtverkeer dat van en naar de ontgronding zou rijden. Hij stelde dat het college de hinder van geluid, stof en modder niet had meegenomen in de belangenafweging en dat er voorschriften aan de vergunning verbonden hadden moeten worden om deze hinder te beperken.
De Afdeling heeft geoordeeld dat het college in strijd heeft gehandeld met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het de belangen van de appellant niet in de afweging heeft betrokken. De Afdeling concludeerde dat het college de ontgrondingsvergunning niet met de vereiste zorgvuldigheid had voorbereid, aangezien de hinder van het vrachtverkeer niet was meegenomen in de belangenafweging. De Afdeling heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd, waardoor het college opnieuw op de vergunningaanvraag moet beslissen. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant en het griffierecht.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging bij het verlenen van vergunningen, vooral wanneer deze vergunningen impact hebben op de woon- en leefomgeving van omwonenden. De Afdeling heeft duidelijk gemaakt dat de hinder van vrachtverkeer een relevant aspect is dat in de besluitvorming moet worden meegenomen.