ECLI:NL:RVS:2016:2743
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- C.M. Wissels
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing handhaving verzoek Autoriteit Persoonsgegevens inzake publicatie faillissementsverslagen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 september 2014, waarin het beroep van [appellant] tegen een besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) ongegrond werd verklaard. De AP had op 21 november 2011 het verzoek van [appellant] om handhaving afgewezen, omdat de faillissementsverslagen waarin zijn persoonsgegevens waren opgenomen, op de website van de curator en de Raad voor de Rechtspraak waren gepubliceerd. [appellant] stelde dat deze publicaties een inbreuk vormden op zijn recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer en verzocht om verwijdering van deze gegevens.
De rechtbank oordeelde dat [appellant] geen belang meer had bij zijn hoger beroep, omdat de faillissementsverslagen inmiddels van de website waren verwijderd. [appellant] voerde echter aan dat hij belang had bij een inhoudelijk oordeel, omdat hij in de toekomst mogelijk opnieuw in een faillissementsverslag zou worden vermeld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 19 oktober 2016 behandeld en oordeelde dat de AP het bezwaar van [appellant] ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard voor zover het ging om de publicatie van zijn persoonsgegevens. De Afdeling vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van [appellant] gegrond, waarbij het besluit van de AP werd vernietigd wegens strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel. De Afdeling oordeelde dat de AP onvoldoende zorgvuldig had gehandeld en dat het verzoek van [appellant] om handhaving niet op de juiste wijze was afgehandeld. De uitspraak concludeert dat de AP de proceskosten van [appellant] moet vergoeden.