ECLI:NL:RVS:2014:4815
Raad van State
- Hoger beroep
- A.B.M. Hent
- S.P.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie
Op 1 oktober 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 24 januari 2014 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris en de vreemdeling hebben tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris verzocht de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep niet aan de uitspraak van de rechtbank hoeft te voldoen.
De voorzitter heeft overwogen dat het belang van de vreemdeling, die uitvoering van de uitspraak van de rechtbank wenst, zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris om niet opnieuw op de aanvraag te hoeven beslissen zonder duidelijkheid over de uitkomst van het hoger beroep. De voorzitter heeft het verzoek van de staatssecretaris als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 487,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. A.B.M. Hent, in tegenwoordigheid van mr. S.P.M. Zwinkels, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 17 maart 2014.