ECLI:NL:RVS:2013:CA2011
Raad van State
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- J.E. Engelhart
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 31 mei 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. De vreemdeling had op 5 maart 2013 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend, maar de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag verklaarde het beroep op 16 april 2013 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en op 29 mei 2013 bezwaar gemaakt tegen zijn feitelijke uitzetting, alsook verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld. Hij oordeelde dat het verzoek hangende het hoger beroep was ingediend en dat hij bevoegd was om dit verzoek in behandeling te nemen. De voorzitter overwoog dat er op dat moment geen reden was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in hoger beroep zou worden vernietigd. Bovendien was er geen aanleiding om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de uitzetting van de vreemdeling, die op korte termijn zou plaatsvinden.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen gronden waren om de uitzetting te stoppen. De beslissing werd genomen zonder proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 mei 2013.