ECLI:NL:RVS:2013:CA2010
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- M.L.M. van Loo
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 31 mei 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De staatssecretaris had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Maastricht, die op 10 december 2012 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had goedgekeurd. De rechtbank had het besluit van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, dat de aanvraag had afgewezen, vernietigd en de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen.
De staatssecretaris verzocht de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen nieuw besluit op de aanvraag hoefde te nemen. De voorzitter oordeelde dat het verzoek kennelijk gegrond was, omdat het risico bestond dat de termijn voor overdracht van de vreemdeling, zoals vastgesteld in de Verordening (EG) 343/2003, zou verstrijken voordat er een uitspraak op het hoger beroep zou zijn gedaan. De voorzitter besloot dat de staatssecretaris geen nieuw besluit hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.
De uitspraak benadrukt het belang van het treffen van voorlopige voorzieningen in asielzaken, vooral wanneer er een risico bestaat dat de rechten van de betrokken vreemdeling in het geding zijn. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 mei 2013.