ECLI:NL:RVS:2013:CA0627
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- H. Troostwijk
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De staatssecretaris had op 17 december 2012 besloten om de aanvraag van de vreemdeling af te wijzen. De vreemdeling was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen beroep aangetekend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. Op 4 januari 2013 verklaarde de voorzieningenrechter het beroep ongegrond, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 mei 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling oordeelde dat de voorzieningenrechter ten onrechte had overwogen dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar China, als Tibetaan, te vrezen had voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat Tibetanen bij terugkeer naar China een reëel risico lopen op een dergelijke behandeling.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de voorzieningenrechter en verklaarde het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris alsnog gegrond. Het besluit van de staatssecretaris werd vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 1.416,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is bij de beoordeling van asielaanvragen, vooral in gevallen waarin de aanvrager afkomstig is uit een land waar mensenrechten in het geding zijn.