ECLI:NL:RVS:2013:BZ7653
Raad van State
- Hoger beroep
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- D.A.B. Montagne
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de ontheffing en bouwvergunning voor een woongebouw en gezondheidscentrum te Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een mondelinge uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost ongegrond werd verklaard. Het besluit, genomen op 19 september 2011, verleende aan Ymere G&PO ontheffing en een reguliere bouwvergunning voor de oprichting van een woongebouw, gezondheidscentrum en ondergrondse parkeergarage op de percelen Vrolikstraat 181-193 en Derde Oosterparkstraat 4-14 te Amsterdam. De rechtbank oordeelde dat de appellant niet als belanghebbende kon worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De appellant stelde dat zijn woonomgeving zou worden aangetast door de verkeersaantrekkende werking van de parkeergarage en het gezondheidscentrum, en dat de luchtkwaliteit zou verslechteren door het bouwplan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 10 april 2013 behandeld. De appellant, vertegenwoordigd door F.J. Colon, voerde aan dat hij wel degelijk belanghebbende was, omdat de afstand van zijn woning tot het bouwplan slechts 66 meter bedraagt en hij vreest voor negatieve gevolgen van het bouwproject. De Afdeling oordeelde echter dat de appellant niet rechtstreeks in zijn belangen werd geraakt door het besluit, aangezien hij geen zicht had op het bouwplan en de verkeersdruk in zijn straat niet zou toenemen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het belang van de appellant niet rechtstreeks bij het besluit was betrokken.
De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 april 2013.