ECLI:NL:RVS:2012:BY7341

Raad van State

Datum uitspraak
27 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201202244/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geboortedatum in gemeentelijke basisadministratie en de vereisten voor bewijsvoering

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die op 12 januari 2012 zijn beroep ongegrond verklaarde. Het geschil betreft de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht van het verzoek van [appellant] om zijn geboortedatum in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (gba) te wijzigen. Het college had eerder, op 2 november 2010, het verzoek afgewezen, en dit besluit werd later door de rechtbank bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de door [appellant] overgelegde documenten geen nieuw, relevant feit opleverden dat de wijziging van de geboortedatum rechtvaardigde.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 27 december 2012 behandeld. Tijdens de zitting op 31 oktober 2012 was [appellant] aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, en het college werd vertegenwoordigd door een ambtenaar. De Afdeling heeft overwogen dat de door [appellant] ingediende documenten, waaronder een Turks internationaal huwelijksboekje en uittreksels uit het geboorteregister, niet als nieuw bewijs konden worden aangemerkt. De rechtbank had terecht vastgesteld dat deze documenten niet voldeden aan de eisen die de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens stelt voor het wijzigen van geboortedata.

De Afdeling concludeerde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herbeoordeling van het eerdere besluit rechtvaardigden. Het hoger beroep van [appellant] werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De Afdeling benadrukte dat de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de wijziging van de geboortedatum op basis van de eerder overgelegde Turkse documenten, die niet als betrouwbaar werden beschouwd. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201202244/1/A3.
Datum uitspraak: 27 december 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Utrecht,
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 12 januari 2012 in
zaak nr. 11/1399 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Utrecht.
Procesverloop
Bij besluit van 2 november 2010 heeft het college het verzoek van [appellant] om zijn geboortedatum in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: de gba) te wijzigen afgewezen.
Bij besluit van 12 maart 2011 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 12 januari 2012 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 oktober 2012, waar [appellant], bijgestaan door mr. J.J. van Ewijk, advocaat te Utrecht, en het college, vertegenwoordigd door mr. W. van Beveren, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    Ingevolge artikel 36, tweede lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: de Wet gba) worden de gegevens over de burgerlijke staat, indien zij feiten betreffen die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b of c, bij gebreke ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder d en bij gebreke ten slotte ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder e:
a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand;
b. een in Nederland gedane rechterlijke uitspraak over het desbetreffende feit die in kracht van gewijsde is gegaan;
c. een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot bewijs te dienen van het desbetreffende feit, of een over dat feit gedane rechterlijke uitspraak, of bij gebreke daarvan een akte van bekendheid of beëdigde verklaring, bedoeld in artikel 45 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
d. een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is vermeld;
e. een verklaring die betrokkene ten overstaan van een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift is gesteld en door betrokkene is ondertekend.
Ingevolge artikel 37, tweede lid, worden aan een geschrift, als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder c, d of e, geen gegevens ontleend, voor zover de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de rechtsgeldigheid van de in deze geschriften vermelde feiten.
2.    De vader van [appellant] heeft in 2003 bij het college een aanvraag ingediend om wijziging van de in de gba vermelde geboortedatum van [appellant] van […] 1991 in […] 1986. Eerstgenoemde geboortedatum is in de gba opgenomen aan de hand van een uittreksel uit het Turkse geboorteregister en een Turks paspoort. Bij het verzoek zijn een vonnis van de arrondissementsrechtbank Republiek Turkije, Inegöl, van 24 oktober 2002, een Turks rapport van de Gezondheidscommissie, een uittreksel uit het Turkse bevolkingsregister, een uitdraai van een patiëntenkaart van 5 april 2002 van een huisarts in Utrecht en twee grafieken met groeicurves overgelegd. Het college heeft het verzoek afgewezen. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 20 juli 2005 in zaak nr.
200501437/1geoordeeld dat het college zich op het standpunt heeft mogen stellen dat het door de vader van [appellant] overgelegde vonnis niet is gebaseerd op, naar objectieve maatstaven gemeten, betrouwbare gegevens en dat de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen wijziging van de in de gba geregistreerde geboortedatum van zijn zoon op basis van die uitspraak. Uit de overige documenten volgt evenmin dat [appellant] is geboren op […] 1986, aldus de Afdeling in die uitspraak.
[appellant] heeft op 2 september 2010 opnieuw verzocht om wijziging van zijn geboortedatum. Daarbij heeft hij een op 30 juli 2009 afgegeven Turks internationaal huwelijksboekje, een op 11 augustus 2010 afgegeven Turks internationaal uittreksel uit het geboorteregister en een op dezelfde datum afgegeven Turks uittreksel uit het familieregister overgelegd. Het college heeft ook dit verzoek afgewezen, omdat de door [appellant] overgelegde documenten volgens het college geen nieuwe, relevante informatie omtrent de verzochte wijziging van de geboortedatum bevatten.
3.    [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat een nieuw brondocument een nieuw relevant feit kan opleveren, ongeacht of dit is gebaseerd op een gegeven dat reeds eerder is meegewogen in een beoordeling van de Afdeling. [appellant] voert aan dat de Turkse autoriteiten in hetgeen reeds bekend is aanleiding hebben gezien om een nieuw brondocument af te geven dat op zijn minst een even sterke bewijskracht heeft als het brondocument op grond waarvan de oorspronkelijke registratie in Nederland is gedaan. Het nalaten van het college de wijziging van de geboortedatum in Turkije te respecteren en over te nemen in de gba, levert volgens [appellant] strijd met de rechtseenheid en rechtszekerheid op. Bovendien is de geregistreerde geboortedatum gebaseerd op een kennelijke onjuistheid, aldus [appellant].
3.1.    Uit de jurisprudentie van de Afdeling (uitspraak van 6 maart 2008 in zaak nr.
200706839/1) vloeit voort dat, indien een bestuursorgaan na een eerder afwijzend besluit een besluit van gelijke strekking neemt, door het instellen van beroep tegen het laatste besluit niet kan worden bereikt dat de bestuursrechter dat besluit toetst, als ware het een eerste afwijzing. Dit uitgangspunt geldt niet alleen voor besluiten genomen naar aanleiding van een nieuwe aanvraag, maar ook voor besluiten op een verzoek om terug te komen van een al dan niet op aanvraag genomen besluit (uitspraak van de Afdeling van 4 mei 2005 in zaak nr.
200406320/1). Slechts indien en voor zover in de bestuurlijke fase nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn aangevoerd, dan wel uit het aldus aangevoerde kan worden afgeleid dat zich een relevante wijziging van het recht heeft voorgedaan, kan de bestuursrechter dat besluit, de motivering ervan en de wijze waarop het tot stand is gekomen toetsen.
3.2.    Onder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden moeten worden begrepen feiten of omstandigheden die na het eerdere besluit zijn voorgevallen of die niet vóór dat besluit konden en derhalve behoorden te worden aangevoerd, alsmede bewijsstukken van reeds eerder gestelde feiten of omstandigheden, die niet vóór het nemen van het eerdere besluit konden en derhalve behoorden te worden overgelegd. Is hieraan voldaan, dan doen zich niettemin geen feiten of omstandigheden voor die een - hernieuwde - toetsing rechtvaardigen, indien op voorhand is uitgesloten dat hetgeen alsnog is aangevoerd of overgelegd aan het eerdere besluit kan afdoen.
3.3.    De rechtbank heeft terecht overwogen dat met de door [appellant] overgelegde documenten zich geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden voordoen. Zij heeft met juistheid overwogen dat het Turkse internationale huwelijksboekje geen brondocument is voor het rechtsfeit van de geboortedatum, zodat op voorhand is uitgesloten dat dit document aan het eerdere besluit kan afdoen. Het Turkse internationale uittreksel uit het geboorteregister en het Turkse uittreksel uit het familieregister vermelden beide als geboortedatum […] 1986. De rechtbank heeft terecht overwogen dat, nu [appellant] heeft bevestigd dat de geboortedatum in deze documenten is gewijzigd naar aanleiding van het eerder overgelegde vonnis van 24 oktober 2002 en de Afdeling in haar uitspraak van 20 juli 2005 heeft overwogen dat dit vonnis niet is gebaseerd op naar objectieve maatstaven gemeten betrouwbare gegevens en dat de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen wijziging van de gba op grond van dit vonnis, op voorhand is uitgesloten dat deze documenten aan het eerdere besluit kunnen afdoen.
3.4.    Nu in hetgeen is aangevoerd geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn gelegen en zich evenmin een relevante wijziging van het recht voordoet, is er, zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, geen plaats voor rechterlijke toetsing van het besluit van 12 maart 2011.
Ter zitting van de Afdeling heeft [appellant] overigens desgevraagd verklaard dat inmiddels een civiele procedure aanhangig is met betrekking tot het vaststellen van de geboortegegevens. Nu de uitkomst daarvan niet bekend is, staat niet vast dat [appellant] geen hoger brondocument kan overleggen als bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Wet gba. Het betoog faalt.
4.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. de Vries, ambtenaar van staat.
w.g. Van Altena    w.g. De Vries
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 december 2012
582-697.