Uitspraak
200909705/1/H1) geschiedt voor eigen risico, onvoldoende zwaarwegend geacht om de aangevallen uitspraak waarin de externe veiligheid in het geding is, te schorsen.
Raad van State
Op 20 juli 2011 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het geschil betreft de bouwvergunning voor 45 appartementen en één grondgebonden woning op de hoek van de Steenstraat en de Carmelietenstraat-Oost te Boxmeer. Het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer had op 23 december 2008 vrijstelling en bouwvergunning verleend voor dit project. Echter, na bezwaren van de vereniging van eigenaars en een aantal bewoners, heeft het college op 15 december 2009 het eerdere besluit herroepen. Op 22 juni 2010 werd opnieuw een bouwvergunning verleend, maar dit besluit werd door de rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 februari 2011 vernietigd, omdat het college onvoldoende onderbouwing had gegeven voor zijn standpunten omtrent de externe veiligheid.
Tegen deze uitspraak hebben zowel het college als de verzoekster hoger beroep ingesteld. In het kader van dit hoger beroep heeft het college op 22 juni 2011 de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, wat ook door de verzoekster is gedaan. De zitting vond plaats op 7 juli 2011, waar beide partijen vertegenwoordigd waren. De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij concludeerde dat er geen aanleiding was om de eerdere uitspraak van de rechtbank te schorsen, gezien het belang van een snelle afhandeling van het geschil en de risico's van bouwen zonder onherroepelijke vergunning.
De voorzitter heeft uiteindelijk de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, waarmee de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijft totdat er een definitieve beslissing in de bodemprocedure is genomen.