ECLI:NL:RVS:2011:BP7822

Raad van State

Datum uitspraak
16 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201005642/1/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • C.W. Mouton
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vergunningverlening voor alcoholvrij horecabedrijf Espressamente te Amsterdam

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Espressamente B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Espressamente had op 24 september 2008 een vergunning aangevraagd voor het exploiteren van een alcoholvrij horecabedrijf met een terras op het perceel Herengracht 82 te Amsterdam. De burgemeester verleende deze vergunning met toepassing van de maatwerkprocedure. Echter, na bezwaar van belanghebbenden A en B, werd het besluit op 20 mei 2009 gehandhaafd, maar met een nieuwe motivering. De rechtbank verklaarde het beroep van Espressamente op 28 april 2010 ongegrond. Espressamente ging hiertegen in hoger beroep bij de Raad van State, die de zaak op 2 december 2010 ter zitting behandelde.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat Espressamente de vergunning voor de volledige vergunningperiode had gekregen en dat de mededelingen in het besluit op bezwaar enkel informatief van aard waren voor toekomstige aanvragen. Aangezien Espressamente geen belang had bij een inhoudelijk oordeel over deze mededelingen, werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Raad van State oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 16 maart 2011.

Uitspraak

201005642/1/H3.
Datum uitspraak: 16 maart 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Espressamente B.V. (hierna: Espressamente), gevestigd te Amsterdam,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 april 2010 in zaak nr. 09/2941 in het geding tussen:
Espressamente
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (lees: de burgemeester van Amsterdam).
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 september 2008 heeft de burgemeester, met toepassing van de zogeheten maatwerkprocedure, aan Espressamente voor het horecabedrijf gevestigd op het perceel Herengracht 82 te Amsterdam een vergunning verleend om aldaar een alcoholvrij bedrijf met bijbehorend ongebouwd terras te exploiteren.
Bij besluit van 20 mei 2009 heeft de burgemeester het door [belanghebbende A] en [belanghebbende B] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 24 september 2008 gehandhaafd onder een nieuwe motivering.
Bij uitspraak van 28 april 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door Espressamente daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Espressamente bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 juni 2010, hoger beroep ingesteld.
De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.
[belanghebbende A] en [belanghebbende B] hebben een reactie ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 december 2010, waar Espressamente, vertegenwoordigd door [directeur] en mr. R.G. Meester, advocaat te Amsterdam, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. M.F.W. Boermans, werkzaam bij de gemeente Amsterdam, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting [belanghebbende B] als belanghebbende gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ambtshalve overweegt de Afdeling het volgende.
Aan Espressamente is bij besluit van 24 september 2008 de door haar verzochte vergunning voor de volledige vergunningperiode verleend. Dat besluit is bij het besluit op bezwaar onder een gewijzigde motivering gehandhaafd. In beroep en hoger beroep zijn nog slechts in geschil de mededelingen in het besluit op bezwaar dat de maatwerkprocedure niet op haar geval van toepassing is en dat voor de volgende periode op grond van het huidige beleid de terrasvergunning niet zal worden verleend voor zover die wordt aangevraagd voor de periode na 1 april 2011. Reeds omdat Espressamente de vergunning waarom zij heeft verzocht heeft gekregen en behouden, heeft zij in deze procedure geen belang bij een inhoudelijk oordeel over deze mededelingen van informatieve aard, die slechts voor toekomstige aanvragen van belang zijn.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, voorzitter, en mr. C.W. Mouton en mr. N.S.J. Koeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, ambtenaar van staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Van Tuyll van Serooskerken
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2011
290.