In deze zaak heeft de Raad van State op 15 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en de korpsbeheerder van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Het geschil betreft de openbaarmaking van documenten en de proceskostenvergoeding die aan [appellant] is toegekend. Bij besluit van 27 april 2009 heeft de korpsbeheerder het bezwaar van [appellant] gegrond verklaard en de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 80,50. De rechtbank Rotterdam heeft in een eerdere uitspraak op 6 mei 2010 het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, waarop [appellant] hoger beroep heeft ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de korpsbeheerder in dit geval het verzoek om documenten volledig heeft ingewilligd, in tegenstelling tot eerdere uitspraken die door [appellant] zijn aangehaald. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de beslistermijn niet is overschreden en dat de proceskostenvergoeding van € 80,50 terecht is vastgesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de argumenten van [appellant] verworpen, waarbij is opgemerkt dat de toezegging van de korpsbeheerder om de gevraagde documenten te verstrekken, ongeclausuleerd was.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De Raad van State heeft de zaak in het openbaar behandeld en de uitspraak is gedaan in naam der Koningin.