200809377/1/H3.
Datum uitspraak: 12 augustus 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Woody's Pancakes & Steaks B.V. en andere, gevestigd te Holten,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 21 november 2008 in zaak nr. 08/340 in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Woody's Pancakes & Steaks B.V. en andere
het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn.
Bij besluit van 5 februari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn (hierna: het college) besloten de Nijverdalsebergweg tussen het begin van het heidegebied en de grens met de gemeente Rijssen-Holten, te sluiten voor alle motorvoertuigen, bromfietsen en invalidenvoertuigen met in werking zijnde motor van 21.00 tot 09.00 uur in de periode 16 maart tot en met 31 oktober en van 17.00 tot 09.00 uur in de periode 1 november tot en met 15 maart en de daarbij behorende verkeersborden te plaatsen (hierna: het verkeersbesluit).
Bij uitspraak van 21 november 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Woody's Pancakes & Steaks B.V. en andere (hierna: Woody's en andere) daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Woody's en andere bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 december 2008, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 juli 2009, waar Woody's en andere, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door drs. T Regtuijt-Mensink en A. Petit, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), voor zover thans van belang, kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels strekken tot:
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder b, kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels voorts strekken tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.
Ingevolge artikel 15, eerste lid, geschiedt de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of een verbod ontstaat of wordt gewijzigd, krachtens een verkeersbesluit.
Ingevolge artikel 18, derde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur regels vastgesteld omtrent de eisen waaraan verkeersbesluiten dienen te voldoen alsmede omtrent de totstandkoming en de inwerkingtreding van die besluiten.
Aan artikel 18, derde lid, van de WVW 1994 is gevolg gegeven in de artikelen 21 en 23 tot en met 27 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna: BABW).
Ingevolge artikel 21 van het BABW vermeldt de motivering van het verkeersbesluit in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
2.2. Bij besluit van 14 maart 1995 is de Nijverdalsebergweg vanaf het begin van het heidegebied tot de grens met de gemeente Rijssen-Holten van 21.00 tot 09.00 uur gesloten voor - kort gezegd - gemotoriseerd verkeer. Het verkeersbesluit strekt tot een vervroeging van deze afsluiting gedurende de wintermaanden met vier uur. Het college heeft de belangen genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en b, en het belang genoemd in het tweede lid, onder b, van de WVW 1994 aan dit besluit ten grondslag gelegd. Daartoe is aangevoerd dat het besluit zal bijdragen aan het terugdringen van het aantal verkeersbewegingen op de Nijverdalsebergweg en dat dit zal leiden tot meer rust in het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug (hierna: het nationaal park) en tot minder aanrijdingen met wild. Deze doelstellingen vloeien voort uit het beheer- en inrichtingsplan voor het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug "Levend Paars" (hierna: het beheer- en inrichtingsplan).
2.3. Woody's en andere komen op tegen het oordeel van de rechtbank dat het college in redelijkheid tot het verkeersbesluit heeft kunnen komen zonder gelijktijdig te besluiten tot vergoeding van de schade die zij door dit besluit zullen lijden. Zij betogen dat het college in het kader van de belangenafweging had moeten onderzoeken of met minder vergaande maatregelen kon worden volstaan en dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het beheer- en inrichtingsplan voldoende grondslag biedt voor de motivering van het bestreden besluit.
2.4. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 17 september 2008 in zaak nr.
200800464/1) komt het college bij het nemen van een verkeersbesluit een ruime beoordelingsmarge toe. Het is aan het college om alle verschillende bij het nemen van een dergelijk besluit betrokken belangen tegen elkaar af te wegen. De rechter dient zich bij de beoordeling van een dergelijk besluit dan ook terughoudend op te stellen en te toetsen of het besluit niet strijdig is met wettelijke voorschriften, dan wel of de afweging van de betrokken belangen niet zodanig onevenwichtig is, dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot dat besluit heeft kunnen komen.
2.4.1. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het college voldoende heeft onderzocht of en gemotiveerd dat het verkeersbesluit zal bijdragen aan het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden, het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers. Op grond van deze belangen was het college bevoegd het verkeersbesluit te nemen. Tevens deelt de Afdeling het oordeel van de rechtbank dat het college het besluit mede mocht baseren op het beheer- en inrichtingsplan. Hierin is ten aanzien van natuur en landschap het behoud van stilte en vermijden van kunstmatige lichtbronnen als doel gesteld en wordt daartoe de afsluiting van de Nijverdalsebergweg, aangeduid als Toeristenweg, als concrete maatregel aangekondigd.
Het college heeft de hiervoor vermelde belangen afgewogen tegen de mogelijke nadelige effecten voor Woody's en andere. Daarbij heeft het naar het oordeel van de Afdeling mede mogen betrekken dat Woody's en andere bereikbaar blijven vanuit Holten, dat de omweg vanuit Nijverdal en Hellendoorn gering is en dat het verkeersbesluit de bestaande situatie slechts wijzigt voor enkele maanden per jaar die buiten het toeristische hoogseizoen vallen. Voorts is van belang dat het college, door de afsluitingstijden van de Nijverdalsebergweg te nuanceren naar seizoen en te bepalen dat de winterperiode loopt tot en met 15 maart in plaats van tot en met 1 april, aan de belangen van Woody's en andere in de besluitvorming is tegemoet gekomen. Geen grond bestaat voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid de hierboven vermelde belangen heeft kunnen laten prevaleren boven het individuele belang van Woody's en andere bij de door hen gewenste mate van bereikbaarheid van hun bedrijven. Voor zover Woody's en andere hebben gesteld dat geen onderzoek naar alternatieven voor het verkeersbesluit is verricht, overweegt de Afdeling dat het eventuele bestaan van een redelijk alternatief het genomen verkeersbesluit niet onrechtmatig maakt, gelet op de verrichte belangenafweging en de op de gekozen maatregel toegespitste motivering.
Met betrekking tot de gestelde schade wordt met de rechtbank overwogen dat, gelet op de resultaten van door het college uitgevoerde verkeerstellingen en van een bezoekersonderzoek, ten tijde van de besluitvorming geen zodanige schade behoefde te worden verwacht dat het college dit besluit niet mocht nemen zonder een voorziening te treffen ten behoeve van de financiële belangen van Woody's en andere.
Voorts heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat, indien Woody's en andere menen dat zij in onevenredige mate door de maatregel zijn getroffen, zij langs de weg van een zelfstandig verzoek om schade een zuiver schadebesluit kunnen uitlokken.
2.5. Het hoger beroep van Woody's en andere is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. B.P. Vermeulen en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.F.N. Pikart-van den Berg, ambtenaar van Staat.
w.g. Vlasblom w.g. Pikart-van den Berg
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2009