ECLI:NL:RVS:2009:BJ1665
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- B. van Dokkum
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublinverordening en spoedeisend belang
In deze zaak hebben vreemdelingen, mede voor hun minderjarig kind, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Almelo, waarin hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie zijn afgewezen. De vreemdelingen hebben de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet worden uitgezet totdat op hun hoger beroep is beslist. De voorzitter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, zoals bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit belang is onderbouwd door verwijzingen naar interim measures van de President van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, die bepalen dat de betrokken vreemdelingen niet aan Griekenland mogen worden overgedragen. De voorzitter heeft geoordeeld dat het verzoek van de vreemdelingen om een voorlopige voorziening te treffen, gelet op de omstandigheden van de zaak, gerechtvaardigd is. De staatssecretaris van Justitie is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van hun verzoek. De uitspraak is gedaan op 19 juni 2009, waarbij de voorzitter, mr. T.M.A. Claessens, en mr. B. van Dokkum, ambtenaar van Staat, aanwezig waren. De beslissing houdt in dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op hun hoger beroep.