ECLI:NL:RVS:2009:BH5075
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- T.M.A. Claessens
- M.J.C. Beerse
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake huisvesting van vreemdelingen door het COA
In deze zaak hebben vreemdelingen, mede voor hun minderjarige kinderen, een verzoek ingediend bij de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek was gericht aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) om te bemiddelen in het verkrijgen van passende woonruimte in de gemeente Boxtel. De aanleiding voor het verzoek was een besluit van het COA van 29 september 2008, waarin de verstrekkingen aan de vreemdelingen op basis van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) werden beëindigd, omdat zij een aangeboden woonruimte in Ammerzoden hadden geweigerd. De vreemdelingen stelden dat zij recht hadden op passende huisvesting en dat het COA hen niet correct had behandeld.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 18 februari 2009 geoordeeld dat de vreemdelingen geen procesbelang hebben bij de toetsing van het besluit van 29 september 2008. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat het COA de vreemdelingen in overeenstemming met het beleid een passende woonruimte had aangeboden en dat de redenen voor weigering van de aangeboden woonruimte niet voldoende waren om van het beleid af te wijken. De persoonlijke woonwensen van de vreemdelingen werden niet als voldoende geacht om het COA te dwingen tot het aanbieden van andere woonruimte.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, T.M.A. Claessens, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen grond was voor het oordeel dat het COA de aangeboden woonruimte ten onrechte passend had geacht. De uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, werd in stand gelaten, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.