Uitspraak
200702051/1, vernietigd voor zover afwijzend is beslist op het verzoek om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen.
Raad van State
In deze zaak heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de inrichting van [vergunninghouder], gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Het college van burgemeester en wethouders van Lopik heeft op 15 januari 2007, na een eerdere uitspraak van de Afdeling op 10 oktober 2007, opnieuw beslist op het bezwaar van [appellant].
Op 30 november 2007 hebben [appellant] en [appellante] beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 20 november 2007. De zaak is behandeld op 21 juli 2008, waar [appellant] zijn beroep heeft ingetrokken. [appellante] was vertegenwoordigd door E. Verkaik, terwijl het college werd vertegenwoordigd door G.A.J. Bovens. Ook [vergunninghouder] was aanwezig, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door A. Voerman.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat [appellante] geen bezwaar heeft gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek om handhavingsmiddelen. Hierdoor is er geen grond voor het oordeel dat haar dit niet kan worden verweten. Gelet op artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht kan [appellante] geen beroep instellen tegen het op bezwaar genomen besluit.
De Afdeling heeft het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 27 augustus 2008.