ECLI:NL:RVS:2008:BC4662

Raad van State

Datum uitspraak
20 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704233/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • J.A.A. van Roessel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen intrekking bouwvergunning en vrijstelling door college van burgemeester en wethouders van Texel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 7 mei 2007, waarin het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Texel van 14 april 2005 ongegrond werd verklaard. Dit besluit hield in dat de eerder verleende vrijstelling voor het gedeeltelijk veranderen van een carport tot excursiehut en de bouwvergunning eerste fase werden ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat het college niet bevoegd was om vrijstelling te verlenen op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, maar heeft niet onderkend dat het college geen nieuw besluit op de aanvraag van [appellant] had genomen, wat in strijd is met artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank Alkmaar is vernietigd en het bij de rechtbank ingestelde beroep is alsnog gegrond verklaard. Het besluit van het college van 14 april 2005 is vernietigd, en het college is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellant]. De gemeente Texel moet [appellant] ook het door hem betaalde griffierecht vergoeden.

De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 februari 2008. De proceskosten zijn vastgesteld op € 694,51, waarvan een groot deel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.

Uitspraak

200704233/1.
Datum uitspraak: 20 februari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak in zaak nr. 05/1203 van de rechtbank Alkmaar van 7 mei 2007 in het geding tussen:
[appellant],
en
het college van burgemeester en wethouders van Texel.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 mei 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel (hierna: het college) aan [appellant] vrijstelling verleend voor het gedeeltelijk veranderen van een carport tot excursiehut op het perceel [locatie] te [plaats].
Bij besluit van 27 mei 2004 heeft het college aan [appellant] een bouwvergunning eerste fase verleend voor het veranderen van de carport.
Bij besluit van 14 april 2005 heeft het college de door [belanghebbende a] en [belanghebbende b] daartegen gemaakte bezwaren gegrond verklaard en de verleende vrijstelling en bouwvergunning eerste fase ingetrokken.
Bij uitspraak van 7 mei 2007, verzonden op 8 mei 2007, heeft de rechtbank Alkmaar (hierna: de rechtbank) het door [appellant] tegen het besluit van 14 april 2005 ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 juni 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 juli 2007.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 februari 2008, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door mr. drs. M.L.M. Frantzen, advocaat te Ouderkerk aan de Amstel, en het college, vertegenwoordigd door mr. C.H. Witte, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het besluit van 14 april 2005 in strijd is met artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).
2.1.1. Het betoog slaagt. In het besluit op bezwaar van 14 april 2005 heeft het college de besluiten van 7 en 27 mei 2004 herroepen, omdat het naar zijn oordeel niet bevoegd is om krachtens artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling te verlenen. Het college heeft evenwel geen nieuw besluit op de aanvraag van [appellant] in de plaats gesteld van de besluiten van 7 en 27 mei 2004. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 27 mei 1999 in zaak nr. E03.98.1417; AB 2000, 13), is een dergelijke wijze van beslissen op een bezwaar in strijd met artikel 7:11 van de Awb. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
2.2. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het bij de rechtbank ingestelde beroep alsnog gegrond verklaren en het besluit van 14 april 2005 vernietigen.
2.3. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 7 mei 2007 in zaak nr. 05/1203;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het college van 14 april 2005, kenmerk 3bb-052225;
V. veroordeelt het college tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 694,51 (zegge: zeshonderdvierennegentig euro en eenenvijftig cent), waarvan € 644,00, is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Texel aan [appellant] onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
VI. gelast dat de gemeente Texel aan [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 355,00 (zegge: driehonderdvijfenvijftig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Van Roessel
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 februari 2008
457.