ECLI:NL:RVS:2006:AV1286

Raad van State

Datum uitspraak
2 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200600750/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigheid kandidatenlijst PvdA-D66-Groen Links bij gemeenteraadsverkiezingen Margraten

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 februari 2006 uitspraak gedaan over de geldigheid van de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" voor de gemeenteraadsverkiezingen in Margraten. Het hoofdstembureau had op 26 januari 2006 de kandidatenlijst geldig verklaard, ondanks dat deze te laat was ingeleverd. De kandidatenlijst was op 23 januari 2006 om 15.13 uur ingeleverd, terwijl de wettelijke termijn liep van 09.00 tot 15.00 uur. De appellant, die beroep had ingesteld tegen de beslissing van het hoofdstembureau, stelde dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De Afdeling oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de indiener van de lijst bewust het risico had genomen om de lijst te laat in te dienen. De Afdeling benadrukte dat de Kieswet strikte regels hanteert voor de indiening van kandidatenlijsten en dat er slechts in zeer uitzonderlijke gevallen van deze regels kan worden afgeweken. De Afdeling verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit van het hoofdstembureau, waarbij de kandidatenlijst ongeldig werd verklaard. Tevens werd het hoofdstembureau veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de appellant.

Uitspraak

200600750/1.
Datum uitspraak: 2 februari 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats], gemeente Margraten,
en
het Hoofdstembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Margraten,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 januari 2006 heeft verweerder (hierna: het hoofdstembureau) - onder meer - de door de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" ingediende kandidatenlijst voor de verkiezingen van de raad van de gemeente Margraten geldig verklaard.
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief, bij de Raad van State per fax ingekomen op 27 januari 2006, beroep ingesteld.
Bij brief van 30 januari 2006 heeft het hoofdstembureau een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 30 januari 2006 heeft de Kiesraad een reactie ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 januari 2006, waar appellant in persoon, en het hoofdstembureau, vertegenwoordigd door mr. drs. H.J.G. van Beers en mr. M.G.A.J.T. Verbeet, voorzitter respectievelijk lid, zijn verschenen. Voorts is daar gehoord de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links", vertegenwoordigd door [gemachtigde politieke groepering].
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel H 1, eerste lid, van de Kieswet, voor zover thans van belang, kunnen op de dag van de kandidaatstelling bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau, op de secretarie van de gemeente waar dit bureau is gevestigd, van negen tot vijftien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd.
Ingevolge artikel I 1, eerste lid, van de Kieswet houdt het hoofdstembureau op de dag van de kandidaatstelling, om zestien uur, een zitting tot het onderzoeken van de kandidatenlijsten.
Ingevolge artikel I 4 van de Kieswet, voor zover thans van belang, beslist het hoofdstembureau op de derde dag na de kandidaatstelling in een openbare zitting die om zestien uur aanvangt, over de geldigheid van de lijsten.
Ingevolge artikel I 5, aanhef en onder a, van de Kieswet is ongeldig de lijst die niet op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en vijftien uur bij de voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid is ingeleverd.
2.2. Vast staat dat de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" op maandag 23 januari 2006 om 15.13 uur bij het hoofdstembureau is ingeleverd. Het hoofdstembureau heeft zich blijkens het proces-verbaal van de op die dag om zestien uur door hem gehouden zitting tot het onderzoeken van de ingeleverde kandidatenlijsten, op het standpunt gesteld dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en vervolgens bij besluit van 26 januari 2006 die kandidatenlijst geldig verklaard.
2.3. Nu de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" niet tussen negen en vijftien uur op de dag van de kandidatenstelling is ingeleverd, is de lijst - gelet op het bepaalde in artikel I 5, aanhef en onder a, van de Kieswet - ongeldig. Deze bepaling is dwingend van aard en vereist strikte naleving. Dit volgt ook uit artikel I 2 van de Kieswet, waarin geen mogelijkheid is geboden tot herstel van te late indiening van kandidatenlijsten. Uit de jurisprudentie van de Afdeling blijkt evenwel dat desondanks een termijnoverschrijding in zeer uitzonderlijke gevallen verschoonbaar kan zijn. De Afdeling is met de Kiesraad, blijkens de door hem gegeven reactie, van oordeel dat te dezen van een zodanig geval geen sprake is en overweegt daartoe het volgende.
2.3.1. Uit een verklaring van [gemachtigde politieke groepering], afgelegd op 23 januari 2006 ten overstaan van het hoofdstembureau, blijkt dat hij die dag dringende afspraken had op zijn werk en om 14.15 uur de gemeente Margraten heeft gebeld met de mededeling dat hij de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" zou komen indienen. Door oponthoud in het verkeer heeft hij de kandidatenlijst eerst om 15.13 bij het hoofdstembureau kunnen inleveren, aldus deze verklaring. Gelet op het vorenstaande, heeft [gemachtigde politieke groepering] bewust ervoor gekozen eerst om 14.15 uur vanuit Sittard te vertrekken naar Margraten, alwaar het hoofdstembureau is gevestigd, ervan uitgaande dat drie kwartier ruim voldoende is om de afstand Sittard-Margraten met de auto af te leggen. Daarbij heeft hij geen rekening gehouden met files dan wel andere vormen van oponthoud in het verkeer. Door daarvoor geen marge in te bouwen en tot op het laatste moment te wachten met het inleveren van de kandidatenlijst heeft [gemachtigde politieke groepering] bewust het risico genomen dat hij niet in staat zou zijn deze lijst binnen de wettelijke termijn in te leveren, hetgeen geheel voor zijn rekening dient te komen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat niets er aan in de weg had gestaan dat [gemachtigde politieke groepering] - gelet op de bezigheden die hij kennelijk op zijn werk had te verrichten - een andere kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, zou hebben verzocht de lijst tijdig bij de voorzitter van het hoofdstembureau in te leveren.
2.3.2. Gelet op hetgeen hiervoor in 2.3 is overwogen, is er geen ruimte om, behoudens in zeer uitzonderlijke gevallen waarin de termijnoverschrijding verschoonbaar kan worden geacht, van de desbetreffende bepaling(en) van de Kieswet af te wijken. De omstandigheid dat indien het hoofdstembureau de desbetreffende kandidatenlijst ongeldig zou hebben verklaard, de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" niet zou kunnen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 en ten gevolge daarvan het democratisch beginsel van evenredige vertegenwoordiging zou zijn aangetast, noch de omstandigheid dat de indiening op 23 januari 2006 slechts een formeel karakter had nu de kandidatenlijst reeds tweemaal materieel aan een controle is onderworpen en de tweede maal voldeed aan alle in de Kieswet gestelde vereisten, zoals van de zijde van het hoofdstembureau is betoogd, kan derhalve tot een andersluidend oordeel leiden. Daarbij wordt overwogen dat de keuze van de wetgever voor een strikte regeling in de Kieswet juist als achtergrond heeft een voor ieder gelijke eerlijke verkiezing te waarborgen. Daarom is er, behoudens in de uitzonderlijke gevallen als hiervoor bedoeld, geen ruimte voor het hoofdstembureau om in incidentele gevallen in afwijking van de dwingende bepalingen van de Kieswet te beslissen.
Tegen de achtergrond van het hiervoor overwogene en in aanmerking genomen dat artikel I 7, eerste lid, van de Kieswet uitdrukkelijk aan iedere kiezer het recht van beroep toekent tegen besluiten als bedoeld in artikel I 4, ziet de Afdeling ook geen ruimte om betekenis toe te kennen aan (het ontbreken van) bijzondere belangen aan de zijde van appellant om het besluit van het hoofdstembureau in beroep aan te vechten.
2.4. Gelet op het vorenoverwogene, had het hoofdstembureau de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" op grond van artikel I 5, aanhef en onder a, van de Kieswet ongeldig moeten verklaren.
2.5. Het beroep is gegrond. Het besluit van het hoofdstembureau van 26 januari 2006 dient te worden vernietigd, voor zover daarbij de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" geldig is verklaard.
In het vorenoverwogene ziet de Afdeling aanleiding om de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links", met toepassing van artikel I 7, vierde lid, van de Kieswet, alsnog ongeldig te verklaren.
2.6. Het hoofdstembureau dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van het Hoofdstembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van gemeente Margraten van 26 januari 2006, voor zover het betreft de geldigverklaring van de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links";
III. verklaart de kandidatenlijst van de politieke groepering "PvdA-D66-Groen Links" ongeldig;
IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit voor zover dit is vernietigd;
V. veroordeelt het Hoofdstembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Margraten tot vergoeding van bij appellant in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 42,47 (zegge: tweeënveertig euro en zevenenveertig cent); het dient door de gemeente Margraten aan appellant onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
VI. gelast dat de gemeente Margraten aan appellant het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 138,00 (zegge: honderdachtendertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, Voorzitter, en mr. D.A.C. Slump en mr. G.J. van Muijen, Leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Dallinga
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2006
18-435.