ECLI:NL:RVS:2006:AU9814

Raad van State

Datum uitspraak
13 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200510495/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Registratie van politieke aanduidingen en misleiding van kiezers

In deze zaak gaat het om de registratie van de politieke aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' door het centraal stembureau voor de vereniging 'Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten'. Op 13 december 2005 heeft het centraal stembureau deze aanduiding ingeschreven in het register voor de verkiezingen van de leden van de raad van de gemeente Den Haag. De vereniging 'Partij van de Arbeid' (P.v.d.A.) heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' misleidend is voor de kiezers. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 6 januari 2006 behandeld. Tijdens de zitting zijn de appellante en het centraal stembureau vertegenwoordigd door hun advocaten verschenen, evenals de vereniging 'Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten'.

De Afdeling overweegt dat volgens artikel G3 van de Kieswet een politieke groepering een aanduiding kan aanvragen, mits deze niet misleidend is. De appellante stelt dat de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' de indruk wekt dat er een verband is met de P.v.d.A., die algemeen bekend staat als de PvdA. Dit kan leiden tot verwarring bij de kiezers. De Afdeling oordeelt dat het centraal stembureau het verzoek om registratie van de aanduiding had moeten afwijzen, omdat het misleidend kan zijn voor de kiezers.

De uitspraak van de Raad van State is dat het beroep van de Partij van de Arbeid gegrond is, het besluit van het centraal stembureau wordt vernietigd en het verzoek om registratie van de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' wordt afgewezen. De gemeente Den Haag wordt gelast om het griffierecht aan de appellante te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 13 januari 2006.

Uitspraak

200510495/1.
Datum uitspraak: 13 januari 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging "Partij van de Arbeid", gevestigd te Amsterdam,
appellante,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Den Haag,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 13 december 2005 heeft verweerder (hierna: het centraal stembureau) voor de vereniging "Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten" op haar verzoek de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' ingeschreven in het register voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Den Haag.
Tegen dit besluit heeft appellante bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 december 2005, beroep ingesteld.
Bij brief van 2 januari 2006 heeft het centraal stembureau een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 3 januari 2006 heeft de kiesraad een reactie ingediend.
Bij brief van 3 januari 2006 heeft de vereniging "Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten" een reactie ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 januari 2006, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. drs. D.E.P.M. Geerts, en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. M. Hertogs, ambtenaar van de gemeente Den Haag, zijn verschenen.
Voorts is daar gehoord de vereniging "Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten", vertegenwoordigd door G.M. Kirillov.
2.    Overwegingen
2.1.    Ingevolge artikel G3, eerste lid, eerste volzin, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.
Ingevolge het vierde lid, aanhef en onder c, beschikt het centraal stembureau afwijzend op het verzoek, indien de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezer.
2.2.    Het betoog van appellante dat het centraal stembureau heeft miskend dat de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' anderszins misleidend is, als bedoeld in laatstvermelde bepaling, slaagt. De politieke groepering 'Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)' wordt zowel door haarzelf, alsook door de media, veelal aangeduid als de PvdA. Daardoor is zij voor de kiezer én in het maatschappelijk verkeer algemeen bekend als de PvdA. Bij de kiezer kan bij vermelding van de gewenste aanduiding licht de indruk ontstaan dat het hier gaat om een al dan niet lokale partij, die op enigerlei wijze verbonden is aan de PvdA. Door de registratie van de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' wordt zodanig aangehaakt bij de aanduiding PvdA en bij de naamsbekendheid van deze afkorting, dat hierdoor een situatie ontstaat die misleidend kan worden geacht voor de kiezers, als bedoeld in artikel G3, vierde lid, aanhef en onder c, van de Kieswet. Het centraal stembureau had het verzoek van de vereniging "Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten" om registratie van de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' dan ook om die reden moeten afwijzen.
2.3.    Het beroep is gegrond. Het besluit van 13 december 2005 dient te worden vernietigd.
In het vorenoverwogene ziet de Afdeling aanleiding het verzoek van de vereniging "Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten" met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht alsnog af te wijzen.
2.4.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het beroep gegrond;
II.    vernietigt het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Den Haag van 13 december 2005;
III.    wijst het verzoek van de vereniging "Politieke Vereniging Actieve- en Onafhankelijke Consumenten" om registratie van de aanduiding 'PvdAC Burgersbelangen' als aanduiding, waarmee zij voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Den Haag op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, af;
IV.    bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
V.    gelast dat de gemeente Den Haag aan appellante het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 276,00 (zegge: tweehonderdzesenzeventig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. H.G. Lubberdink, Leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb    w.g. Dallinga
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2006
18-435.