ECLI:NL:RVS:2005:AU5862

Raad van State

Datum uitspraak
9 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200501871/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland en de rechtsgevolgen van de aanduiding 'grote eenheid natuur'

Op 28 september 2004 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de besloten vennootschap 'Landgoed Deelerwoud B.V.' hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, nadat de rechtbank Arnhem op 19 januari 2005 het beroep ongegrond had verklaard. De appellante, vertegenwoordigd door mr. Th.J.H.M. Linssen, heeft haar gronden voor het hoger beroep aangevuld in brieven van 1 en 31 maart 2005. Het college heeft gereageerd op het hoger beroep op 11 mei 2005.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 23 augustus 2005 ter zitting behandeld. De appellante betoogde dat de aanduiding 'grote eenheid natuur' in het gebiedsplan rechtsgevolgen met zich meebracht, maar de rechtbank had terecht overwogen dat deze aanduiding geen aanspraak op voorzieningen onder de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer of de Subsidieregeling natuurbeheer biedt. De rechtbank oordeelde ook dat de bezwaren van appellante met betrekking tot bepaalde deelgebieden geen bespreking behoefden, omdat appellante geen eigenaar of beheerder van die gronden was.

De Afdeling heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat appellante niet in aanmerking komt voor de gevraagde subsidies. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 9 november 2005.

Uitspraak

200501871/1.
Datum uitspraak: 9 november 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap 'Landgoed Deelerwoud B.V.',
gevestigd te Hoenderloo,
appellante,
tegen de uitspraak in zaak no. 04/2977 van de rechtbank Arnhem van 19 januari 2005 in het geding tussen:
appellante
en
het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 28 september 2004 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland (hierna: het college) het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland (hierna: het gebiedsplan) vastgesteld.
Bij uitspraak van 19 januari 2005, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 maart 2005, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 31 maart 2005. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 11 mei 2005 heeft het college van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 augustus 2005, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. Th.J.H.M. Linssen, advocaat te Tilburg, en het college, vertegenwoordigd door ir. B.J.M. Claessens, werkzaam bij de provincie Gelderland, zijn verschenen. De zaak is gezamenlijk behandeld met zaak no.
200501873/1.
2.    Overwegingen
2.1.    Het betoog van appellante in hoger beroep vormt een herhaling van hetgeen zij in beroep bij de rechtbank heeft aangevoerd.
2.1.1.    De rechtbank heeft terecht overwogen dat aan de aanduiding 'grote eenheid natuur' in het gebiedsplan geen rechtsgevolgen zijn verbonden. Die aanduiding betreft eerder in de Gelderse Natuurdoelenkaart vastgesteld beleid en biedt geen aanspraak op voorzieningen ingevolge de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (hierna: de Regeling SAN) of de Subsidieregeling natuurbeheer (hierna: de Regeling SN).
Voorts is de rechtbank op goede gronden tot het oordeel gekomen dat de bezwaren van appellante, voorzover betrekking hebbend op deelgebieden T765 en T1137, geen bespreking behoeven wegens gebrek aan belang. Appellante is geen eigenaar of beheerder van die gronden. Evenmin is sprake van een rechtsbetrekking op grond waarvan zij anderszins ten aanzien die gronden aanspraak zou kunnen maken op voorzieningen ingevolge de Regeling SN of de Regeling SAN.
Voorts komt de Afdeling, met overneming van hetgeen de rechtbank dienaangaande heeft overwogen, ten aanzien van deelgebied T1141 niet tot een ander oordeel dan dat appellante niet in aanmerking komt voor subsidiepakket 5 of 6 van de Regeling SAN en dat de gronden in dat deelgebied niet als 'zoekgebied agrarisch natuurbeheer met natuurlijke handicaps' kunnen worden aangewezen.
2.2.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. C.H.M. van Altena, Leden, in tegenwoordigheid van mr. T.E. Larsson-van Reijsen, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk    w.g. Larsson-van Reijsen
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 november 2005
344.