Uitspraak
200501873/1.
Raad van State
Op 28 september 2004 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de besloten vennootschap 'Landgoed Deelerwoud B.V.' hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, nadat de rechtbank Arnhem op 19 januari 2005 het beroep ongegrond had verklaard. De appellante, vertegenwoordigd door mr. Th.J.H.M. Linssen, heeft haar gronden voor het hoger beroep aangevuld in brieven van 1 en 31 maart 2005. Het college heeft gereageerd op het hoger beroep op 11 mei 2005.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 23 augustus 2005 ter zitting behandeld. De appellante betoogde dat de aanduiding 'grote eenheid natuur' in het gebiedsplan rechtsgevolgen met zich meebracht, maar de rechtbank had terecht overwogen dat deze aanduiding geen aanspraak op voorzieningen onder de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer of de Subsidieregeling natuurbeheer biedt. De rechtbank oordeelde ook dat de bezwaren van appellante met betrekking tot bepaalde deelgebieden geen bespreking behoefden, omdat appellante geen eigenaar of beheerder van die gronden was.
De Afdeling heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat appellante niet in aanmerking komt voor de gevraagde subsidies. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 9 november 2005.