ECLI:NL:RVS:2005:AT4699
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- A.L.M. Steinebach-de Wit
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving bouwkundige splitsing woning te Amersfoort
Op 20 april 2005 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort. Dit besluit, genomen op 14 oktober 2003, betrof een verzoek om handhaving met betrekking tot het bouwkundig splitsen van een woning op een specifiek perceel in Amersfoort. Het college had het verzoek afgewezen, waarna de verzoeksters in beroep gingen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht verklaarde het beroep op 12 januari 2005 ongegrond. De verzoeksters vroegen de Voorzitter om een voorlopige voorziening, omdat zij het niet eens waren met de beslissing van het college en de uitspraak van de voorzieningenrechter.
Tijdens de zitting op 14 april 2005, waar de verzoeksters en het college vertegenwoordigd waren, werd het verzoek besproken. De Voorzitter oordeelde dat de besluiten van het college in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook al is er een rechtsmiddel aangewend. De Voorzitter vond geen aanleiding om te twijfelen aan de eerdere oordelen van de voorzieningenrechter, die had vastgesteld dat er sprake was van twee zelfstandige woningen. De argumenten van de verzoeksters, waaronder de intentie om de woningen niet separaat te verhuren of verkopen, werden niet overtuigend geacht.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum, 20 april 2005.