ECLI:NL:RVS:2004:AP1060
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- A.L.M. Steinebach-de Wit
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor complex te Den Haag
Op 2 oktober 2003 verleende het college van burgemeester en wethouders van Den Haag vrijstelling en een bouwvergunning aan ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. en Pathé Theatres B.V. voor de bouw van een complex met winkels en een multiplexbioscoop op verschillende locaties in Den Haag. De vereniging 'De Kern GeWond' heeft hiertegen bezwaar gemaakt en op 4 mei 2004 verklaarde de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage het beroep ongegrond. Hierop heeft de vereniging hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 27 mei 2004 behandeld. De verzoekster was vertegenwoordigd door G.P.A. Vierhout, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. J.H. Potter. De vergunninghouders waren vertegenwoordigd door mr. A. ten Veen. De zitting vond plaats zonder de aanwezigheid van de gedeputeerde staten van Zuid-Holland.
In de overwegingen van de Voorzitter werd gesteld dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de bouwvergunning in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Het bouwplan was in overeenstemming met het voorontwerp bestemmingsplan en er was inspraak geweest. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg had geen bezwaar tegen het bouwplan.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 2 juni 2004.