ECLI:NL:RVS:2004:AO9710
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- A.L.M. Steinebach-de Wit
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijstelling bestemmingsplan en bouwvergunning voor dienstwoning en bedrijfshal in Nieuwerkerk aan den IJssel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 27 oktober 2003 een beroep ongegrond verklaarde tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Nieuwerkerk aan den IJssel. Deze besluiten, genomen op 16 mei 2002, verleenden vrijstelling van de bepalingen van het bestemmingsplan en bouwvergunning voor de bouw van een dienstwoning en een bedrijfshal ten behoeve van een transportbedrijf en een herstelinrichting op percelen in Nieuwerkerk aan den IJssel. Appellanten, die bezwaar maakten tegen deze besluiten, voerden aan dat de ontsluiting van de bedrijven via de Albert van ’t Hartweg niet geschikt was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit geen beslissing over de ontsluiting bevatte en dat deze bezwaren in de vrijstellingsprocedure aan de orde konden komen.
In hoger beroep hebben appellanten hun bezwaren verder beperkt en betoogd dat de bedrijven niet onder milieucategorie 3 kunnen worden gebracht en dat niet voldaan is aan artikel 52 van de Woningwet. De Raad van State oordeelde dat appellanten deze gronden niet eerder hadden kunnen aanvoeren en dat dit in strijd was met een goede procesorde. Daarom konden deze aspecten niet in de beoordeling van het hoger beroep worden betrokken.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de voorzieningenrechter en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 19 mei 2004.