ECLI:NL:RVS:2001:AD8315
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- E.D.A.M. Zegveld
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van een appellant die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie heeft deze aanvraag op 7 oktober 2001 afgewezen. De appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, die op 31 oktober 2001 het beroep ongegrond verklaarde. De appellant heeft vervolgens op 7 november 2001 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State overweegt dat ingevolge artikel 70, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, het hoger beroep door een advocaat moet worden ingesteld, die verklaart daartoe bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd. In het hoger-beroepschrift ontbrak echter deze verklaring van de advocaat, wat betekent dat het hoger beroep niet voldoet aan de wettelijke vereisten. De Raad van State verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat hoger beroepen die niet voldoen aan dit vereiste niet-ontvankelijk worden verklaard.
De Raad van State concludeert dat het hoger beroep, ingesteld op 7 november 2001, kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 19 november 2001.