ECLI:NL:RVS:2001:AD4494
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- H. Troostwijk
- E.A. Alkema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing asielaanvraag door Staatssecretaris van Justitie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 11 juli 2001. De rechtbank had het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 5 mei 2001, waarin een verzoek om terug te komen op de afwijzing van de asielaanvraag werd afgewezen, vernietigd. Echter, de rechtbank liet de rechtsgevolgen van dit besluit in stand. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat de rechtbank ten onrechte de rechtsgevolgen niet heeft vernietigd. De Raad van State heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank niet op de juiste wijze toepassing heeft gegeven aan artikel 8:72, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Daarom is het hoger beroep gegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover de rechtsgevolgen van het besluit van 5 mei 2001 in stand zijn gelaten. De Staatssecretaris van Justitie wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen van de rechtbank die in hoger beroep niet zijn vernietigd. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het hoger beroep.