ECLI:NL:RVS:2001:AD3416

Raad van State

Datum uitspraak
7 augustus 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200101339/2.
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P. van Dijk
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling procesbelang bij verzoek tot toepassing bestuursdwang

In deze zaak heeft de Raad van State op 7 augustus 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam. De appellant, A, had burgemeester en wethouders van Westvoorne verzocht om bestuursdwang toe te passen op een perceel aan de […]laan 1 te B. Dit verzoek werd door de burgemeester en wethouders afgewezen, waarna de appellant bezwaar maakte. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant niet-ontvankelijk, omdat zij van mening was dat de appellant geen procesbelang had bij de procedure. De rechtbank oordeelde dat de appellant enkel rechtszekerheid wilde verkrijgen over toekomstige onzekere gebeurtenissen, zoals een mogelijke bestemmingsplanwijziging of vergunningverlening.

De Raad van State heeft echter geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft geconcludeerd dat de appellant geen procesbelang had. De Raad stelde vast dat de appellant met zijn procedure beoogde het besluit van de burgemeester en wethouders, waarin zijn verzoek tot toepassing van bestuursdwang was afgewezen, te laten vernietigen en alsnog een besluit tot handhaving te verkrijgen. Dit betekent dat de appellant wel degelijk belang had bij de procedure.

Daarom verklaarde de Raad van State het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling. De Raad oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling, aangezien er geen kosten waren die daarvoor in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar gedaan en is van belang voor de beoordeling van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

Raad
van State
200101339/2.
Datum uitspraak: 7 augustus 2001
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
A, wonend te B,
appellant,
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 1 februari 2001 in het geding tussen:
appellant,
en
burgemeester en wethouders van Westvoorne.
1. Procesverloop
Bij brief van 31 maart 1999 heeft appellant burgemeester en wethouders van Westvoorne (hierna: burgemeester en wethouders) verzocht het gebruik van het perceel aan de […]laan 1 te B te controleren en indien nodig passende actie te ondernemen.
Bij besluit van 29 juni 1999 hebben burgemeester en wethouders het verzoek van appellant aangemerkt als een verzoek tot het toepassen van bestuursdwang en hebben zij dit verzoek afgewezen.
Bij besluit van 22 februari 2000 hebben burgemeester en wethouders het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 1 februari 2001, verzonden op 6 februari 2001, heeft de arrondissementsrechtbank te Rotterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 15 maart 2001, bij de Raad van State ingekomen op 19 maart 2001, hoger beroep ingesteld.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
2. Overwegingen
2.1. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat haar niet gebleken was dat appellant belang had bij de procedure. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat appellant door middel van de door hem bij de rechtbank gevoerde procedure slechts beoogde rechtszekerheid te krijgen met betrekking tot toekomstige onzekere gebeurtenissen, te weten een eventuele bestemmingsplanwijziging of een vergunningverlening met toepassing van de vrijstellingsprocedure.
2.2. De rechtbank heeft ten onrechte op grond van de motieven van appellant om verweerder te verzoeken bestuursdwang toe te passen, geoordeeld dat appellant geen procesbelang heeft. Appellant beoogt met deze procedure te bereiken dat het besluit van burgemeester en wethouders waarin zijn verzoek tot toepassing van bestuursdwang is afgewezen, wordt vernietigd en dat alsnog een besluit tot handhaving wordt genomen. Hij heeft derhalve belang bij deze procedure. De rechtbank had moeten beoordelen of het bestreden besluit in rechte stand kon houden.
2.3. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling wijst de zaak terug naar de rechtbank.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen aanwezig, nu niet is gebleken van kosten die daarvoor in aanmerking komen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 1 februari 2001, GEMWT 00/777-LAME;
III. wijst de zaak naar de rechtbank terug;
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Lodder
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2001
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht).
- Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
- Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
17-365.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,