ECLI:NL:RVS:2001:AB2944
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- A.M. Ruige
- Rechtspraak.nl
Geluidshinder door spelende kinderen op schoolplein en de kwalificatie als binnenterrein
In deze zaak hebben appellanten, omwonenden van een openbare basisschool, beroep ingesteld tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Dongeradeel, waarin hun verzoek om handhavende maatregelen tegen geluidshinder van spelende kinderen op het schoolplein werd afgewezen. De appellanten stellen dat het schoolplein moet worden aangemerkt als een binnenterrein, waardoor de geluidgrenswaarden uit het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer van toepassing zijn. Ze voeren aan dat het schoolplein niet aan een openbare ruimte grenst, maar aan hun tuinen, en dat er sprake is van een overschrijding van de geluidgrenswaarden.
De verweerders, daarentegen, stellen dat het schoolplein een buitenterrein is, omdat het niet door bebouwing is omsloten en er geen directe gevelbelasting is. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het schoolplein niet als binnenterrein kan worden aangemerkt. De Afdeling oordeelt dat de situering van het schoolplein, met een afstand van 7 tot enkele tientallen meters tot de woningen van omwonenden, niet voldoet aan de criteria voor een binnenterrein. Het stemgeluid van spelende kinderen op het schoolplein moet daarom bij het bepalen van het equivalente geluidniveau buiten beschouwing worden gelaten.
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat verweerders terecht geen handhavende maatregelen hebben getroffen. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 25 juli 2001.