ECLI:NL:RBZWB:2025:902
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling Dienst Toeslagen tot betaling van proceskosten na intrekking beroep
Op 19 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en de Dienst Toeslagen. Verzoekster had een verzoek ingediend om de Dienst Toeslagen te veroordelen in de proceskosten, nadat zij haar beroep had ingetrokken tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op haar bezwaarschrift van 31 januari 2024. Dit bezwaarschrift betrof een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen op 26 juni 2024 alsnog had beslist op het bezwaarschrift, waardoor verzoekster recht had op een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen en de Dienst Toeslagen veroordeeld tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan verzoekster. De rechtbank heeft de hoogte van de vergoeding berekend op basis van de forfaitaire regeling in het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij een wegingsfactor van 0,5 is toegepast. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de Dienst Toeslagen verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak.