ECLI:NL:RBZWB:2025:892
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van het recht op kindgebonden budget in het kader van verblijfsrecht en evenredigheidsbeginsel
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek tot herziening van haar recht op kindgebonden budget over de jaren 2020 en 2021. De Dienst Toeslagen had haar aanvraag afgewezen op basis van de verblijfsstatus van eiseres. Eiseres, die met haar gezin uit Afghanistan is gevlucht, had in de periode in geding geen rechtmatig verblijf in Nederland, maar stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die de terugvordering van het kindgebonden budget onterecht maakten. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen het herzieningsverzoek van eiseres ten onrechte heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat de toepassing van artikel 10 van de Vreemdelingenwet in dit geval achterwege moet blijven, omdat dit leidt tot onevenredige gevolgen die de wetgever niet heeft voorzien. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waardoor eiseres recht heeft op kindgebonden budget over het jaar 2020 en de maanden januari tot en met juli 2021. Tevens wordt de Dienst Toeslagen veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.