Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2025 in de zaak tussen
[verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 november 2025, wordt het verzoek van verzoekster om veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 6 februari 2025, maar trok dit beroep in nadat het UWV op 29 september 2025 het besluit had gewijzigd. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarbij het UWV stelde dat de kosten voor administratieve ondersteuning niet voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank oordeelt dat het UWV verzoekster tegemoet is gekomen door het bezwaar alsnog gegrond te verklaren en de Ziektewetuitkering ongewijzigd door te laten lopen per 9 februari 2024.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, die is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Verzoekster krijgt een vergoeding van € 907,- voor de rechtsbijstand door haar gemachtigde en een vergoeding van € 2.114,19 voor de kosten van een deskundige, wat resulteert in een totaalbedrag van € 3.021,19 dat het UWV aan verzoekster moet vergoeden. Daarnaast moet het UWV ook het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.