ECLI:NL:RBZWB:2025:7681
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm)
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 10 november 2025, worden de beroepen van belanghebbende B.V. tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 6.962 opgelegd, welke door belanghebbende werd betwist. De rechtbank heeft op 21 oktober 2025 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. M.U. Sahin en de inspecteur door mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3]. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag ten onrechte heeft gehandhaafd, omdat de inspecteur niet tijdig de benodigde stukken heeft overgelegd, wat in strijd is met de goede procesorde. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet adequaat beoordelen. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag en kent belanghebbende een schadevergoeding toe van € 1.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank bepaalt dat de inspecteur en de Staat elk een deel van deze schadevergoeding moeten betalen. Daarnaast moet de inspecteur het griffierecht en de proceskosten vergoeden, wat in totaal € 3.108 bedraagt. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan in hoger beroep worden aangevochten.