ECLI:NL:RBZWB:2025:7557

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
5 november 2025
Zaaknummer
25/1363 BELEI
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget op basis van medische beperkingen

Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en Argonaut Advies B.V. over de afwijzing van een aanvraag voor een indicatiestelling voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (HPKB). Eiseres, die lijdt aan diverse medische aandoeningen, was het niet eens met de afwijzing van haar aanvraag door Argonaut. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 september 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van Argonaut.

De rechtbank oordeelde dat Argonaut de aanvraag op goede gronden had afgewezen. Eiseres had niet aangetoond dat zij, eventueel met begeleiding en hulpmiddelen, niet in staat was om met de trein te reizen. De rechtbank concludeerde dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een uitzonderlijke situatie die afwijking van het protocol rechtvaardigde.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, waardoor het bestreden besluit van Argonaut in stand bleef. Eiseres kreeg geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/1363 BELEI

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2025 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres

(gemachtigde: mr. G. Kaya),
en

Argonaut Advies B.V. (Argonaut), verweerder

Samenvatting

1.1.
Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres inzake de indicatiestelling voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (HPKB). Eiseres is het niet eens met de afwijzing van haar aanvraag. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
1.2.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat Argonaut op goede gronden de aanvraag van eiseres heeft afgewezen
.Eiseres krijgt dus geen gelijk en het beroep is dus ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor een indicatiestelling voor een HPKB. Argonaut heeft deze aanvraag met het besluit van 8 oktober 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 16 januari 2025 op het bezwaar van eiseres is Argonaut bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 23 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar gemachtigde en namens Argonaut mr. I.M. van den Assem en L. ten Hoven.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten en omstandigheden
2. Eiseres heeft een evenwichtsstoornis, reumatoïde artritis en bekkeninstabiliteit gevolgd door tweemaal kanker, waardoor haar mobiliteit fors is verminderd. Ook is de weerstand van eiseres verminderd, heeft zij een urinestoma en loopt zij met behulp van een stok. Eiseres is in het bezit van een Valys-pas. Hiermee beschikt eiseres over een standaard persoonlijk kilometerbudget, waarmee zij op jaarbasis maximaal 700 kilometer kan reizen.
Eiseres heeft op 30 september 2024, ontvangen door Argonaut op 3 oktober 2024, een aanvraag gedaan bij Argonaut voor een indicatiestelling voor een HPKB.
Met het besluit van 8 oktober 2024 (primair besluit) heeft Argonaut de aanvraag van eiseres op grond van het Indicatieprotocol Hoog PKB 2024 (Protocol) afgewezen. Hierbij is een adviesrapportage als bijlage toegevoegd.
Eiseres heeft op 25 oktober 2024 bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Het bestreden besluit
3. Argonaut stelt zich op het standpunt dat de aanvraag van eiseres voor een indicatiestelling voor een HPKB op goede gronden is afgewezen, omdat eiseres wel in staat is met de trein te reizen. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij, eventueel onder persoonlijke begeleiding en met zo nodig gebruik van hulpmiddelen, niet in de trein kan komen en in de trein kan verblijven. Ook blijkt uit de medische informatie niet dat eiseres geen gebruik kan maken van de (invaliden)toiletten die op diverse stations van de Nederlandse Spoorwegen aanwezig zijn. Verder heeft eiseres geen medische informatie aangeleverd waaruit blijkt dat haar immuunsysteem dusdanig verzwakt is dat reizen per openbaar vervoer hierdoor vanuit medisch perspectief niet mogelijk is. Dat de familie van eiseres ver weg woont, zij geen begeleiding tot haar beschikking heeft en dat het aantal kilometers van het standaardbudget onvoldoende is om te voorzien in haar vervoersbehoefte, zijn geen bijzondere omstandigheden die afwijking van het protocol rechtvaardigen.
Beroepsgronden
4. Eiseres is van mening dat haar aanvraag voor een indicatiestelling voor een HPKB ten onrechte door Argonaut is afgewezen, omdat zij vanwege haar fysieke beperkingen niet in staat is om met de trein te reizen. In de trein is eiseres niet verzekerd van een zitplaats en zonder een zitplaats kan zij haar stoma niet leeg laten lopen. Verder is het gangpad in de trein te krap om met een rolstoel doorheen te rijden, waardoor eiseres alleen kan zitten bij de openslaande deuren van de trein. Ook biedt de trein niet de hygiënische waarborgen die een taxibus wel biedt. Een tijdens een treinreis opgelopen infectie kan desastreuze gevolgen hebben voor eiseres, gelet op haar verzwakte weerstand in combinatie met haar andere beperkingen. Ten slotte meent eiseres dat het advies is gebaseerd op theoretische mogelijkheden waarvan de praktische haalbaarheid uit het oog is verloren.
Oordeel van de rechtbank
Waaraan wordt een aanvraag voor een indicatiestelling voor een HPKB getoetst?
5.1.
Volgens het Protocol komt een aanvrager in aanmerking voor een indicatiestelling voor een HPKB wanneer:
De aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening (Valys-pas), Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart en
gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenaamde 'mens-machinecombinatie') zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden en /of
door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
Het doel van de inhoudelijke beoordeling is vast te stellen of een aanvrager gezien zijn ergonomische belemmeringen (criterium 2) en/of chronische medische toetsbare beperkingen (criterium 3) niet met de trein kan reizen.
5.2.
Argonaut gaat er bij de beoordeling van uit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door de NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidentoiletten in de stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager van het HPKB is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis. Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria in het Protocol rechtvaardigt.
5.3.
De in het Protocol neergelegde toekenningscriteria gaan volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten. [1] Dit betekent dat Argonaut bij het beoordelen van het beroepschrift van eiseres dit Protocol kan toepassen.
Is eiseres – strikt medisch bezien – in staat om met de trein te reizen?
6.1.
Niet in geschil is dat eiseres medische beperkingen heeft en dat zij beschikt over een Valys-pas. Beoordeeld dient te worden of zij door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek recht heeft op een indicatiestelling voor een HPKB. Daarbij speelt de vraag of zij niet in staat is met de trein te reizen een rol.
6.2.
Het besluit over een aanvraag wordt genomen op basis van dossieronderzoek van de door eiseres aangeleverde medische informatie en documentatie. Het is daarbij aan eiseres om aan te tonen dan wel aannemelijk te maken dat zij niet met een trein kan reizen. De arts van Argonaut is op grond van het dossier van eiseres en de informatie die hij heeft verkregen tijdens de hoorzitting in bezwaar tot de conclusie gekomen dat eiseres strikt medisch gezien onder begeleiding en/of met een hulpmiddel met de trein kan reizen.
6.3.
De rechtbank begrijpt dat het hebben van een stoma een verhoogd infectierisico met zich mee kan brengen. Echter, eiseres heeft geen medische stukken overgelegd waaruit volgt dat zij om medische redenen in verband met haar stoma niet in staat is om met de trein te reizen. Nu eiseres in beroep geen (andere) medische informatie heeft overgelegd, ziet de rechtbank geen reden voor twijfel aan de conclusie van Argonaut dat eiseres – strikt medisch bezien – in staat is om met de trein te reizen.
Is sprake van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in het Protocol?
7.1.
Eiseres heeft diverse redenen aangevoerd die er op neer komen dat zij vindt dat er sprake is van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in het Protocol.
7.2.
Ter zitting heeft Argonaut verklaard dat er voor mensen in een rolstoel speciale zitplaatsen aanwezig zijn in de trein en dat eiseres met behulp van Valys haar reis kan plannen. Een zitplaats in de trein is gegarandeerd indien eiseres via Valys haar reis plant. Ook in de taxibus zijn er meer mensen aanwezig, waardoor het legen van de stoma ook niet in de taxibus kan plaatsvinden. Uit deze uitleg leidt de rechtbank af dat Argonaut van mening is dat geen sprake is van een uitzonderlijke situatie.
7.3.
De rechtbank heeft begrip voor de lastige situatie waarin eiseres zich bevindt. Echter, de door eiseres aangevoerde omstandigheden leiden niet tot de conclusie dat sprake is van een uitzonderlijke situatie op basis waarvan toch een indicatiestelling voor een HPKB moet worden toegekend. Dit betekent dat Argonaut op goede gronden het verzoek om een indicatiestelling voor een HPKB heeft afgewezen.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.C.J.J. van Roij, griffier op 4 november 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Indicatieprotocol HoogPKB

3. Criteria en inhoudelijke beoordeling

Een aanvrager komt in aanmerking voor HPKB als:
1. de aanvrager beschikt over een Valys-vervoerpas of de Valys-toekenningsbrief en
2. de aanvrager gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel, waarvan gewicht en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager zodanig is dat deze de grenzen van
mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden en/of
3. de aanvrager door persoonsgebonden blijvende mobiliteitsbeperkingen vanuit strikt
medische optiek niet in staat is, ook niet met begeleiding, met de trein te reizen.

Inhoudelijke behoordeling

Doel van de inhoudelijke beoordeling is vast te stellen of een aanvrager gezien zijn ergonomische belemmeringen (criterium 2) en/of chronische medische toetsbare beperkingen (criterium 3) niet met de trein kan reizen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de CRvB van 15 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2554.