In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 februari 2025 uitspraak gedaan in een incident tot tussenkomst. De eiser in het incident, [naam], heeft letselschade geleden door een explosie tijdens werkzaamheden die door Inducon 21 B.V. zijn uitgevoerd. De eiser vordert toestemming om tussen te komen in de hoofdzaak tussen Palletcentrale Productie B.V. en Inducon, omdat hij vreest dat zijn letselschadevordering niet volledig kan worden verhaald op de verzekeraar van Inducon. Palletcentrale en Fondo Monte, de eiseressen in de hoofdzaak, hebben Inducon aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door de explosie. De rechtbank overweegt dat voor toewijzing van de vordering tot tussenkomst voldoende belang moet bestaan, maar dat dit belang onvoldoende is aangetoond. De rechtbank wijst de vordering van [naam] af, omdat de eisen van een goede procesorde in de weg staan aan de toewijsbaarheid van de vordering. De rechtbank concludeert dat de vordering van Palletcentrale c.s. niet noodzakelijkerwijs leidt tot een nadelige positie voor [naam] en dat hij zijn vordering tegen Inducon kan instellen zonder tussenkomst in de hoofdzaak. De rechtbank veroordeelt [naam] in de kosten van het incident.