Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2025 in de zaken tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Totstandkoming bestreden besluit
De rechtbank is van oordeel dat de gemachtigde met de verwijzing naar zijn eigen agenda niet heeft onderbouwd dat in het telefoongesprek van 30 augustus 2024 een andere termijn (uiterlijk 30 september 2024) is afgesproken. Het argument van de gemachtigde dat de termijn van 21 september 2024 niet kan zijn afgesproken omdat dit te kort op zijn vakantie is, volgt de rechtbank niet. De gemachtigde stelt namelijk dat zijn vakantie duurde tot 15 september 2024 zodat het mogelijk was om voor 21 september 2024 de gronden in te dienen van de bezwaarschriften van 4 juli 2024. Daarbij betrekt de rechtbank dat ook niet is gereageerd op de e-mail van 2 september 2024 waarin de termijn van 21 september 2024 is vermeld; niet door de waarnemer van de gemachtigde tijdens zijn gestelde vakantie, evenmin door gemachtigde zelf na terugkeer van zijn gestelde vakantie. Dit had wel op de weg van de gemachtigde gelegen, als hij in de veronderstelling was dat een andere termijn was afgesproken.
De rechtbank gaat er daarom van uit van de termijn voor indiening van de gronden eindigde op 21 september 2024. Binnen die termijn heeft Orionis van de gemachtigde van eiser geen bezwaargronden ontvangen.
Anders dan in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 14 juli 2020 [2] werd eiser in dit geval tijdens de bezwaarfase bijgestaan door een professionele rechtshulpverlener. Vanwege de professionaliteit die in geval van beroepsmatig handelen mag worden verwacht, ligt de lat hier hoger dan bij individuele burgers. Van een professionele rechtshulpverlener, zoals gemachtigde, mag worden verwacht dat hij de termijnen bewaakt en zo nodig om (extra) uitstel verzoekt. Ook mag worden verondersteld dat een professionele rechtshulpverlener bewust is van het risico dat het niet (tijdig) indienen van bezwaargronden niet-ontvankelijkverklaring tot gevolg kan hebben, te meer nu daar in dit geval op is gewezen in de ontvangstbevestigingen van Orionis. Daarnaast ligt het op de weg van de gemachtigde om zorg te dragen voor waarneming van zijn praktijk tijdens zijn afwezigheid. Een termijnoverschrijding of ander verzuim zal om die reden doorgaans niet verschoonbaar zijn, tenzij sprake is (geweest) van (heel) bijzondere persoonlijke omstandigheden aan de zijde van de professionele rechtshulpverlener zelf. [3] Van dergelijke bijzondere omstandigheden is hier niet gebleken. Orionis heeft de gemachtigde voldoende gelegenheid geboden om de bezwaargronden in te dienen. Hoewel de rechtbank oog heeft voor het belang van eiser bij een inhoudelijke behandeling van zijn bezwaren, geldt in dit geval dat het handelen van zijn gemachtigde voor zijn risico komt.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: wettelijk kader
1. Het bezwaar- of beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien:
1. Het bezwaar of beroep kan schriftelijk worden ingetrokken.