ECLI:NL:RBZWB:2025:6886

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
23/12274
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 7.129 opgelegd voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm), welke door belanghebbende als onterecht werd betwist. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van belanghebbende, die onder andere betoogt dat de historische nieuwprijs van de auto te laag is vastgesteld en dat er ten onrechte geen schade is gecalculeerd bij de taxatie van de auto. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims. De rechtbank wijst erop dat de bewijslast bij belanghebbende ligt en dat hij niet heeft aangetoond dat de inspecteur de waarde van de auto onjuist heeft vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende het griffierecht niet terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/12274

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 oktober 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: mr. P.A.J.M. Lodestijn),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 21 december 2023.
1.1.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) opgelegd van € 7.129 (de naheffingsaanslag).
1.2.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 28 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2].

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Zij doet dit aan de hand van de beroepsgronden van belanghebbende.
3. Naar het oordeel van de rechtbank is de naheffingsaanslag terecht en tot een juist bedrag opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Feiten

4. Belanghebbende heeft een uit het buitenland afkomstige, gebruikte personenauto van het merk en type Jeep Compass 1.4 Multi Air Limited 4x4 met [VIN-nummer] en afgelezen tellerstand van 40.936 km (hierna: de auto) doen inschrijven in het Nederlandse kentekenregister. De auto is voor het eerst op 27 september 2019 in het buitenland toegelaten tot het verkeer op de weg. De auto heeft een CO2-uitstoot van 190 gr/km. [1]
4.1.
Bij de aangifte is een expertiseverslag gevoegd van [B.V.] Volgens het rapport bedraagt de historische nieuwprijs, de historische bruto bpm en de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van de auto respectievelijk € 59.145, € 23.146 en € 18.429. In het taxatierapport is een schadebedrag opgenomen van € 9.834 en ten laste van de handelsinkoopwaarde gebracht zodat de handelsinkoopwaarde na schade, rekening houdend met een aanvullende correctie in verband met geen oordeel kilometerstand van € 3.300 en vermeerderd met een correctie van € 300 in verband met X-Ray matrix, is vastgesteld op € 5.595.
4.2.
Namens de inspecteur is de auto door een medewerker van Domeinen Roerende Zaken (DRZ) geïnspecteerd en getaxeerd. De bevindingen daarvan zijn in een rapport vastgelegd. DRZ heeft de historische nieuwprijs vastgesteld op € 46.275 en de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat op € 18.632. Verder heeft DRZ geen schade geconstateerd.
4.3.
De inspecteur heeft naar aanleiding van het rapport van DRZ de naheffingsaanslag opgelegd. De inspecteur heeft de handelsinkoopwaarde en de historische nieuwprijs van DRZ ten grondslag gelegd aan de naheffingsaanslag.

Motivering

Historische nieuwprijs
4.4.
Volgens belanghebbende is de historische nieuwprijs door de inspecteur te laag vastgesteld en dient het te worden verhoogd naar € 59.145 (conform de aangifte van belanghebbende). Ter motivering van dit standpunt heeft belanghebbende onder meer verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 22 december 2023. [2]
4.5.
De rechtbank overweegt als volgt. Vast staat dat de CO2-uitstoot van de auto 190g/km NEDC en 209 gr/km WLTP is (zie 4). De rechtbank leidt uit de gedingstukken af dat de historische bruto bpm van deze CO2-uitstoot € 23.146 bedraagt. [3] Gelet op hetgeen is geoordeeld in het arrest van de Hoge Raad van 22 december 2023, [4] dient voor de vaststelling van de historische nieuwprijs te worden uitgegaan van de historische bruto bpm van de auto zelf.
4.6.
Belanghebbende heeft ter zitting desgevraagd niet kunnen verklaren of onderbouwen waaruit het door haar geclaimde bedrag van € 12.870 bestaat. Het ligt op de weg van belanghebbende om het door hem ingebrachte standpunt, bij gemotiveerde betwisting door de inspecteur, te onderbouwen. Gelet op de blote stelling dat een verhoging van € 12.870 plaats dient te vinden zonder enige onderbouwing is belanghebbende niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast. De rechtbank zal daarom uitgaan van een historische nieuwprijs van € 46.275 en een historische bruto bpm van € 23.146.
Handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat
4.7.
Belanghebbende heeft gesteld dat de inspecteur de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat ten onrechte heeft vastgesteld op € 18.632. Volgens belanghebbende is de inspecteur uitgegaan van de verkeerde opties. De handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat dient daarom vastgesteld te worden op € 18.429, aldus belanghebbende.
4.8.
De rechtbank overweegt als volgt. Zowel belanghebbende als DRZ zijn voor de vaststelling van de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat uitgegaan van de koerslijst X-Ray. Het ligt op de weg van belanghebbende om bij gemotiveerde betwisting door de inspecteur, de door hem gestelde waarde aannemelijk te maken. Nu belanghebbende zijn standpunt niet nader heeft onderbouwd, heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat en in hoeverre de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat te hoog is vastgesteld.
Waardevermindering in verband met schade
4.9.
Belanghebbende is van mening dat de naheffingsaanslag te hoog is vastgesteld omdat bij de hertaxatie ten onrechte geen schade is gecalculeerd. Volgens belanghebbende dient de schade volledig in mindering te worden gebracht op de handelsinkoopwaarde gelet op de leeftijd, kilometerstand en het type auto (luxe segment).
4.10.
De inspecteur betwist dat sprake is van schade.
4.11.
De rechtbank stelt voorop dat de bewijslast dat de waardevermindering door schade, in de omvang als door belanghebbende gesteld, in mindering komt bij de waardebepaling van een auto, rust op belanghebbende. Belanghebbende heeft daartoe gewezen op het taxatierapport dat ten grondslag is gelegd aan de aangifte. Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende daarmee niet aannemelijk gemaakt dat de auto ten tijde van het doen van aangifte meer schade had dan door DRZ is onderkend. Met het taxatierapport en de daarbij gevoegde foto’s wordt onvoldoende uitsluitsel gegeven over aard en omvang van de gestelde schade.
Overige waardevermindering
4.12.
Belanghebbende is van mening dat rekening gehouden moet worden met een aanvullende waardevermindering omdat de Rijksdienst voor het Wegverkeer (de RDW) bij uit het buitenland ingevoerde auto’s geen oordeel geeft over de kilometerstand.
4.13.
De inspecteur is van mening dat de enkele omstandigheid dat de RDW geen oordeel heeft gegeven over de kilometerstand nog niet betekent dat de kilometerstand onjuist is. Voor een aanvullende waardevermindering is volgens de inspecteur daarom geen aanleiding.
4.14.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat rekening moet worden gehouden met een waardevermindering wegens het ontbreken van een oordeel over de kilometerstand. De rechtbank overweegt dat voor een vermindering slechts plaats is als er gerede twijfel is aan de juistheid van de kilometerstand. Feiten en omstandigheden die aan dergelijke twijfel grond geven, heeft belanghebbende niet gesteld of aannemelijk gemaakt.
Hoogte waardevermindering
4.15.
Gelet op hetgeen hiervoor is geoordeeld (zie 4.11 en 4.14), komt de rechtbank niet toe aan een oordeel met betrekking tot het standpunt van belanghebbende betreffende de hoogte van de schade.
Hoogte naheffingsaanslag
4.16.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de naheffingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag opgelegd.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Belanghebbende krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.H.W. Steijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Wiskerke-Hovanesian, griffier, op 9 oktober 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Gebaseerd op NEDC meetmethode (209 gr/km WLTP).
3.Dit volgt uit de berekening van de naheffingsaanslag en het standpunt van belanghebbende.