Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 augustus in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
€ 110.041 en de eerdere uitkeringen bedragen € 109.780.
(€ 110.041) en de reeds ontvangen uitkeringen (€ 109.780) van € 261.
Motivering
enschriftelijke mededeling daarvan aan de verzekeraar vereist is. De rechtbank stelt vast dat de mededeling aan de verzekeraar in dit geval eerst in 2024 heeft plaatsgevonden. Op grond van artikel 7:970 BW is de mededeling aan de verzekeraar een constitutief vereiste. Uit het feit dat deze mededeling niet uiterlijk in 2020 aan de verzekeraar was gedaan, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat in 2020 of eerder geen rechtsgeldige overdracht van de rechten uit de saldolijfrentepolis aan de ex-partner had plaatsgevonden en belanghebbende toen zowel juridisch als economisch gerechtigd was tot 50% van de uitkeringen hieruit. Dat in het echtscheidingsconvenant is overeengekomen dat de ex-partner recht had op deze uitkeringen maakt dit volgens de rechtbank niet anders. Dit convenant heeft slechts betrekking op de rechtsverhouding tussen belanghebbende en haar ex-partner en heeft, zoals uit het bovenstaande volgt, geen gevolgen voor de gerechtigdheid van belanghebbende tot de uitkeringen uit de saldolijfrentepolis.