ECLI:NL:RBZWB:2025:5517
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde en doelmatigheid van een bedrijfswoning in Zundert
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 24 februari 2024 de waarde van de onroerende zaak, een bedrijfswoning in Zundert, vastgesteld op € 498.000 per 1 januari 2023. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2025 behandeld, waarbij de belanghebbende werd bijgestaan door zijn partner en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd werd door mr. [persoon] en een taxateur.
De rechtbank constateert dat de waarde van de woning niet meer in geschil is, maar dat er een discussie is over de doelmatigheid van de woning. De belanghebbende is van mening dat de taxateur voor het belastingjaar 2024 een onjuiste factor voor doelmatigheid heeft toegekend, aangezien deze factor voor voorgaande jaren lager was. De heffingsambtenaar legt uit dat de KOUDV-classificatie een inschatting is die kan veranderen, maar de rechtbank volgt deze uitleg en acht de werkwijze van de heffingsambtenaar acceptabel.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen en openbaar gemaakt op 18 augustus 2025. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.