ECLI:NL:RBZWB:2025:5426
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van onroerende zaken in Waalwijk
Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 24/8181 WOZ en 24/6036 WOZ, waarbij belanghebbende in beroep ging tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaken, gelegen aan [adres 1] en [adres 2], vastgesteld op respectievelijk € 415.000 en € 155.000 per 1 januari 2023. Belanghebbende betwistte deze waarderingen en stelde dat de waarden veel lager zouden moeten zijn, namelijk € 235.000 voor [adres 1] en € 100.000 voor [adres 2]. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, omdat de waarden niet te hoog waren vastgesteld en belanghebbende niet in zijn bewijslast slaagde. De rechtbank oordeelde dat de beroepen ontvankelijk waren, maar dat de bewijslast omgekeerd en verzwaard was door de onherroepelijke informatiebeschikkingen die waren afgegeven. De rechtbank concludeerde dat de WOZ-waarden en de bijbehorende aanslagen gehandhaafd blijven, en dat belanghebbende geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.