Uitspraak
1.[persoon 2] ,
2. [persoon 3],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft eiser, [persoon 1], een vordering ingesteld tegen zijn buren, [persoon 2] en [persoon 3], wegens onrechtmatige hinder door bamboegroei. De buren hebben bamboe in hun tuin geplant, wat heeft geleid tot overlast voor [persoon 1]. Hij heeft hen in 2022 aangesproken op de overlast en verzocht om de bamboe te verwijderen. De buren hebben een offerte voor de verwijdering van de bamboe gepresenteerd, maar [persoon 1] was het niet eens met de kosten en heeft uiteindelijk de dagvaarding laten betekenen. De kantonrechter heeft op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onrechtmatige hinder, omdat de bamboe in de tuin van [persoon 1] woekerend groeit en schade veroorzaakt aan zijn eigendommen. De kantonrechter heeft de vordering van [persoon 1] tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de hoogte van de schadevergoeding is vastgesteld op € 5.345,45, inclusief btw. Daarnaast zijn de proceskosten van [persoon 1] toegewezen aan de buren, die hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling. De rechter heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [persoon 1] het bedrag kan vorderen voordat de uitspraak in kracht van gewijsde gaat.