ECLI:NL:RBZWB:2025:4512
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen belastingbeschikking
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juli 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had op 26 februari 2024 het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaar niet tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar inderdaad te laat is ingediend en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De rechtbank baseert zich op de datum van de beschikking van 27 juni 2022, waaruit blijkt dat de termijn voor het indienen van bezwaar op 8 juli 2022 eindigde. Belanghebbende had als reden voor de termijnoverschrijding opgegeven dat de taxi meerdere maanden niet werd gebruikt vanwege COVID-19 en dat persoonlijke omstandigheden van de gemachtigde ook een rol speelden. De rechtbank concludeert echter dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk ongegrond, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft en er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.