Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser] B.V., uit [plaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg
Samenvatting
.Het beroep is dus ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
Procesverloop
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Beoordeling door de rechtbank
Hoewel de meetafstand tot de gevel kleiner is dan de aanbevolen 2 meter, is tegelijkertijd sprake van een geopend raam. Daardoor is gevelreflectie – die bij metingen dicht op een gesloten gevel tot overschatting van het geluidsniveau kan leiden – aanzienlijk verminderd. Dat maakt dat de afwijking van de richtlijn over de meetafstand in dit geval geen nadelige invloed heeft op de representativiteit van de meting. Daarbij weegt mee dat toch een correctie van 3 dB is toegepast vanwege gevelreflectie, zoals bedoeld in paragraaf 8.1 van module C. Die correctie leidt in deze situatie eerder tot een onderschatting van de werkelijke geluidsbelasting, wat in het voordeel van eiser is en onder deze omstandigheden aanvaardbaar wordt geacht.
Voor zover eiser betoogt dat de last ondeugdelijk is vanwege gebrekkige geluidsmetingen, verwijst de rechtbank naar haar oordeel in rechtsoverwegingen 9 tot en met 15, waarin is geconcludeerd dat de metingen representatief en zorgvuldig zijn verricht. Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtmatigheid van de oorspronkelijke last staat daarom niet opnieuw ter beoordeling.