ECLI:NL:RBZWB:2025:4208
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2020 en belastingrentebeschikking
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.146, en had daarbij € 59 belastingrente in rekening gebracht. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank behandelde de zaak op 17 april 2025, waarbij belanghebbende niet verscheen, ondanks een correcte uitnodiging. De rechtbank concludeert dat de aanslag IB/PVV 2020 en de belastingrentebeschikking naar de juiste hoogte zijn opgelegd. Belanghebbende had in zijn aangifte een aftrekbare rente van € 3.025 opgegeven, maar de inspecteur had deze niet volledig geaccepteerd, omdat belanghebbende geen aanvullende informatie had verstrekt over een lening bij Interbank. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet heeft voldaan aan de bewijslast voor de aftrekbaarheid van de rente en dat de inspecteur de aanslag terecht heeft gecorrigeerd. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.