ECLI:NL:RBZWB:2025:4203
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing geheimhoudingskamer inzake verzoek om beperkte kennisneming in belastingzaak
In deze zaak heeft de geheimhoudingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juli 2025 een beslissing genomen over een verzoek van de inspecteur van de Belastingdienst om geheimhouding van bepaalde stukken in een belastingzaak. Het verzoek was ingediend op 8 oktober 2024 en betrof twee memo's die volgens de inspecteur geheim gehouden moesten worden vanwege privacyredenen en de effectiviteit van de controlestrategie van de Belastingdienst. De rechtbank heeft de gemachtigde van de belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. R. Zilver, in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. De gemachtigde heeft aangegeven dat de belanghebbende akkoord gaat met beperkte kennisname van persoonsnamen, maar niet met volledige geheimhouding van de stukken.
De geheimhoudingskamer heeft besloten om geen mondelinge behandeling te houden, omdat de aard van de procedure dit niet vereiste. De rechtbank heeft de argumenten van de inspecteur en de belangen van de belanghebbende afgewogen. De geheimhoudingskamer heeft vastgesteld dat de redenen voor geheimhouding, zoals de bescherming van persoonsgegevens en de effectiviteit van het toezicht, zwaarder wegen dan het belang van de belanghebbende bij onbeperkte kennisneming van de stukken. De rechtbank heeft besloten dat de hoofdkamer beperkte kennisname van de zwartgelakte passages mag hebben, maar dat de belanghebbende geen toegang krijgt tot deze informatie. De beslissing is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.